Foto’s bewerken gaat heel diep. De basis van de foto’s moeten altijd goed zijn. Bekijk daarom eerst deze blog over: Camera instellen.
Je foto’s bewerken geeft meer dat professionele look op je website of social media. De contrast hoger, mooiere kleuren en de foto’s meer diepte geven, je hebt een software pakket gevonden om dit erin te editten en nu? Wat doen al die balkjes? Wat pas ik nou precies aan in de foto? Ik heb daarom alle punten onder elkaar geschreven met zo’n simpel mogelijke uitleg zodat je weet wat het nou precies doet.
Alle basispunten voor foto’s bewerken met Adobe Lightroom
Adobe Lightroom is het bekendste voor foto’s bewerken als het gaat om licht, contrast en kleuren aanpassen. Gebruik je een ander software pakket? Lees dan gerust verder want dit geldt voor elk softwarepakket waarmee je foto’s kunt bewerken.
Onderstaande zie je een lijst met de punten die je gaat gebruiken om foto’s te bewerken:
- Belichting
- Contrast
- Hooglichten
- Schaduwen
- Witte tinten
- Zwarte tinten
- Temperatuur
- Kleurtint
- Levendigheid
- Verzadiging
- Textuur
- Helderheid
- Nevel
- Vignet
- Korrel
- Verscherpen
- Ruisreductie
- Reductie kleurruis
Intro
Dit lijkt een lange lijst maar laat je daardoor niet afschikken. Ik neem alle punten door die je het best eerst kunt bewerken en wat die functie precies inhoud. Upload de foto in Lightroom. Bedenk eerst bij jezelf om wat voor foto het gaat? Is het een portret van een persoon? Een auto? Of een foto van de natuur? Bij een foto van auto’s wil je zoveel mogelijk contrast hebben, hierdoor popt de auto naar voren toe. Te veel contrast in een natuur foto ziet het er al gauw donker uit en moet je juist de kleuren een boost geven. Foto’s bewerken moet je veel doen om er echt goed in te woorden.
De basis punten
Belichting
Het aanpassen van de belichting komt bijna niet voor. Dit past het hele plaatje aan en zet het lichter of donkerder. Door het donkerder te zetten krijg je meer diepte in de foto. De lichte punten poppen meer uit en de schaduws worden harder. Pas dit alleen aan als het donkerder is geworden bij aanpassingen van het contrast en dit niet meer mooi is op te lossen via zwarte tinten aanpassen.
Contrast
Wees voorzichtig met deze aanpassing. Het ziet er gauw cinematic uit door de contrast hoog te zetten maar de foto word daardoor ook donkerder. Ik raad het aan om deze altijd iets omhoog te zetten bij elke foto, dat haalt net dat grijze tint uit RAW foto’s weg en de kleuren worden beter zichtbaar. Ook springen de details naar voren.
Hooglichting
Met hooglichten pas je de lichte plekken aan in een foto, zet je deze laag? Dan worden alle lichte plekken minder verlicht. Bij een foto met veel lichtinval kun je deze helemaal omlaag zetten en dan worden de donkere plekken beter zichtbaar, bijvoorbeeld als er tekst zit op een raam waar de zon doorheen schijnt.
Schaduwen
Je kunt hiermee de schaduwen aanpassen, alles wat donker is word aangepast. Let op dat je de materialen die zwart zijn niet de kleur van aan gaat passen. Zet deze dus nooit volop. Het verliest dan de echtheid van de kleur.
Witte tinten
Als je veel licht inval hebt over je model heen en dat wil je weg hebben? Dan pas je de highlights aan, hierdoor ziet het er nogal gauw grijs achtig uit. De kleur veranderd veel omdat je de lichtinval hebt veranderd. Met de Witte tinten kun je dit weer terug veranderen zonder dat je model weer slecht zichtbaar word.
Zwarte tinten
Hiermee maak je alles nog donkerder of haal je het donkerde juist weg in alles wat zwart is op het plaatje. Heb je een hoog contrast waardoor het donker is, kun je de zwarte tinten weg halen. Hierdoor heb je een hoog contrast zonder dat het plaatje helemaal donker word.
Temperatuur
Hiermee kun je het blauw of geel maken, pas deze minimaal aan als je er een zachte gele gloed overheen wilt hebben, zo lijkt het tegen de avond. Met blauw is het meer dag, helaas valt het heel erg gauw op dus probeer ook altijd je plaatjes te schieten op ‘Golden Hour’. Hierdoor krijg je geen harde schaduws en ziet alles er ook een stuk mooier uit.
Kleurtint
Hiermee pas je de kleuren aan van paars naar groen. Dit moet je ook minimaal met +5 of -5 aanpassen. Ik laat dit vaak met rust.
Levendigheid
Levendigheid is de hoeveelheid kleur jij in de afbeelding wilt hebben. Zet je dit helemaal aan, dan worden de witte vlakken in de foto ook gekleurd, dit komt omdat de levendigheid de kleuren feller maakt. Zo kun je spontaan een blauwe of rode muur zien terwijl die oorspronkelijk wit is, alle andere kleuren in de buurt zetten namelijk uit. Foto’s bewerken met kleuren komt ook heel precies en daarom zit er altijd een grafiek bij.
Verzadiging
Dit lijkt enorm veel op levendigheid, toch is dit anders! Beide passen de kleuren aan, maar verzadiging doet dit op een hele extreme manier. Pas je de levendigheid aan blijft namelijk de huid van je model, de lucht en witte tinten gelijk. Bij verzadiging worden de kleuren extreem geboost.
Textuur
Als je de textuur volop zet worden details zichtbaar, krijg je ruwe randen en word alles wat korrelig. Wanneer je dit omlaag zet word het allemaal wat wazig en vlak. Je kunt hier meer en minder detail geven aan je foto.
Helderheid
Dit puntje is totaal anders dan het originele engels talige Adobe, hiermee word bedoeld: Lokale contrast. Je ziet hierdoor meer details. Net als boven aangegeven, het geeft meer detail aan de foto en haalt wazigheid weg.
Nevel
Je haalt hier mist mee weg of voegt juist een mistige laag aan toe. Let op dat als je deze te ver aan past de afbeelding te donker word of te licht.
Vignet
Je kunt hier een zwarte waas of witte waas aan de buitenranden van je foto toevoegen. Dit geeft een leuk mysterieuse gloed en bevorderd de diepte in de foto. Als je hiervan maar een klein beetje toepast krijgt de foto al gauw een mooiere sfeer. De foto’s bewerken met veel vignet kan gauw vervelen, pas dit niet toe bij elke foto die je gaat bewerken.
Korrel
Hiermee maak je de afbeelding korrelig. Ik heb dit persoonlijk nog nooit gebruikt. Het geeft een wat ouderwetse look aan je foto.
Verscherpen
Hiermee verscherp je de foto. Hiermee maak je alles strakker qua schaduwen en hoeken in foto’s. Als je hiermee in extreem gaat lijkt alles meer getekend dan een foto als je dieper erop gaat inzoemen.
Ruisreductie
Dit maakt alles vlak en krijg je minder detail. Zie het als een soort waterverf look. Bij foto’s die in het donker zijn genomen kun je dit wat toepassen. Dit komt omdat de ISO dan hoger staat. Zorg altijd voor genoeg licht zodat je ISO niet hoger hoeft dan 400. In sommige gevallen is het gewoon niet anders en schiet je al gauw met 1600 – 3200 ISO. Maak je foto’s met lange sluimertijd in het donker? Dan raad ik het zeker aan om de ruisreductie te veranderen in Lightroom. De foto’s bewerken met ruisreductie kan aardig hard gaan dus zorg voor kleine beetjes.
Kleur ruisreductie
Hiermee word alleen de kleur aangepast en haalt het daarvan de korreligheid weg. Hetzelfde als de gewone ruisreductie maar mocht je nog wat ruis willen houden op witte en zwarte vlakken zodat niet de hele foto vlak word? Dan raad ik het aan om eerst de kleur ruisreductie aan tepassen en dan te gaan kijken naar de verdere ruis.
Afsluiting
Dat waren alle punten in het kort uitgelegd om foto’s bewerken eenvoudig te kunnen maken. Natuurlijk gaat elk detail gigantisch diep maar dan weet je nu in iedergeval de basis van wat de functies doen. Uiteindelijk moet je ze in allemaal gaan specaliseren voor het perfecte plaatje. Zorg er voor dat de basis goed, foto’s bewerken is leuk maar als de basis niet goed is dan is het onbegonnen werk. Kijk daarom deze blog over: Je camera slim instellen.